Blog 15 van een Weerter natuurgids i.o.
Blauwe parels in een groene oase
Rond 09.00 uur rijden we de parkeerplaats van Natuurmonumenten in Oisterwijk op en maken Jacko en ik ons klaar voor de 10 km tellende 14-vennenroute door de Oisterwijkse Bossen. Wederom een wandeling door het Brabantse land, het land waar ons beider wieg heeft gestaan. Het is overduidelijk dat we vanochtend beslist niet de enigen zijn. Gezien de auto’s lijkt het aardig druk, maar niet lang nadat we onze eerste stappen in dit uitgestrekte bosgebied van zo’n 400 ha zetten, vragen we ons alweer af waar iedereen gebleven is.
De “d” van duo en den
Al snel vallen me de vele dennenappels op de grond op. Automatisch kijk ik rond en naar boven en zie aardig wat naaldbomen. De bossen rond de vennen hier – voornamelijk bestaande uit grove dennen – zijn vanaf de 19e eeuw op heide aangeplant. Natuurmonumenten is nog druk doende het bos tot een gevarieerder en natuurlijker bos om te vormen. Ik buk en pak een losse tak die op het pad ligt op om de naaldgroei te checken. De naaldjes groeien duidelijk in setjes van twee aan de boom. Dus den! Immers de “d” van duo en den. Wat me verder direct opvalt is dat er aardig wat sporkehout staat.
Kracht van water
Al snel bereiken we het eerste ven. Het is prachtig weer en we zien de plaatselijke natuur in het water weerspiegeld. Ik weet niet of dit voor jou ook geldt, maar ik vind dat er
Over de vennen
De meeste Oirschotse vennen ontstonden na de laatste ijstijd door winderosie. Dit is te zien aan de langgerekte vorm van de met (regen)water gevulde kommen en de omringende heuvels. Dit geldt evenwel niet voor het Kolkven. Dit ven is – zoals de naam al aangeeft – uitgeslepen door kolkend smeltwater. Het Kolkven is ook dieper en heeft, in tegenstelling tot de andere vennen, geen ondoorlaatbare onderlaag. In de afgelopen jaren zijn dikke, zurige lagen slib op de bodems van diverse vennen al eens verwijde
Elk ven heeft – hoe dan ook – een eigen karakter of sfeer. In het ene zien we witte waterlelies, in het andere gele plomp, terwijl deze in andere vennen weer ontbreken. Leuk te vermelden is nog, dat de namen van enkele vennen zijn afgeleid van vroegere gebruiksfuncties. Zo is er het Brandven dat ooit als reservoir voor brandwater diende. En de Brouwkuip, waarin bierbrouwers hun kuipen schoon spoelden. Het Speijckven en Van Esschenven zijn weer naar bekende families of personen vernoemd. Hoe dan ook zijn het stuk voor stuk pareltjes. Voor de mensen die de pareltjes graag direct op de huid voelen, is er zelfs het Staalbergven.
Sportief recreëren
De Oisterwijkse Bossen en Vennen beslaat als natuurgebied zo’n 400 hectare en telt een behoorlijk aantal paden. Werkelijk prachtige wandelpaden. De eerlijkheid gebiedt me wel te zeggen dat ik hier beslist niet gelijktijdig moet lopen en rondkijken. Dit lukt me zeer waarschijnlijk niet zonder te vallen. Flinke (boom)wortelgroei siert hier namelijk de paden waardoor het lopen erop een uitdaging kan zijn. Dit gezegd hebbend, is stilstaan & rondkijken natuurlijk altijd een betere keuze.
Ik kom beslist naar deze plek terug voor activiteiten als sportief wandelen en nordic walken. Ideale paden hiervoor en veel variaties mogelijk. Met uiteraard de nodige pauzes aan een schitterende ven. Fijn en opvallend is, dat er altijd wel een (geadopteerd) bankje aan zo’n ven te vinden is. Inmiddels weet ik dat dit lang niet overal het geval is. Er staan bovendien nog inspirerende spreuken op die bankjes ook. Ontdek zelf maar, welke dat zijn. Wij sluiten voor nu de dag af met een terrasje. De eerste keer weer sinds Corona! Het leven is echt goed in het Brabantse land, lieve mensen.